Artikel in het Noord-Hollands Dagblad op 04 augustus 2020
Doordat Robin Dekker regelmatig op z’n wielrenfiets door de omgeving toert, viel zijn oog steeds vaker op de kraampjes langs de weg. Het worden er meer, maar hoe zit het eigenlijk met de vindbaarheid? Daar moet wat aan gebeuren, vinden Dennis Moes en hij.
Het initiatief Standfinder van de twee 27-jarigen uit Heerhugowaard is net in de lucht. Het is nu al één grote ontdekkingsreis. ,,De ouderwetse kraam met het geldpotje voor je wisselgeld is er nog wel”, zegt Moes, ,,maar als ik voor mezelf spreek ben ik veel aparte dingen tegengekomen. Van een soort Febo-muur waar je verse groente en fruit uit kunt trekken tot een palingrokerij en heel veel boeren die vers vlees gewoon aan huis aanbieden. Bij zeventig procent van de kramen kan je tegenwoordig ook pinnen.” Standfinder is een soort online verzamelpunt voor kraampjes in heel Nederland. De bedoeling is dat je minder snel naar de supermarkt gaat om je uit het buitenland geïmporteerde producten te halen, omdat ze ook prima in de regio te vinden zijn. Dat is in veel opzichten beter voor het milieu zoals vervoersuitstoot en de teeltwijze. De site geeft de kraampjes een gezicht: wie runt ze, wat wordt er zoal aangeboden en hoe worden de producten geteeld of gemaakt?
Drenthe
Zeker nu Nederlanders tijdens hun vakantie massaal in eigen land blijven, denken de jongens dat hun initiatief relevant is. Want als je in een willekeurig dorp in de provincie Noord-Holland woont, weet je vaak gerust wel wat het kraampje om de hoek verkoopt. ,,Maar als je vanuit Noord-Holland op vakantie gaat in Drenthe, dan is het toch mooi als je bij ons kunt zien welke kraampjes er in de buurt zijn”, stelt Dekker. ,,Andersom werkt dat natuurlijk hetzelfde. Daarvoor zijn we wel afhankelijk van de aanbieders. Die proberen we nu via sociale media te benaderen. Veel kraampjeshouders zijn gelukkig actief op Facebook.” Standfinder is ook op dat sociale medium te vinden om de kraampjes in het zonnetje te zetten. Dat gebeurt op een toepasselijke manier. In deze tijd, met op veel dagen warm weer, wordt bijvoorbeeld een verkoper van boeren ijs aangekaart. Of wat te denken van een brouwerij van biologisch bier om in de zon van te genieten?
Terras-aan-huis
Het fenomeen ’langs de weg verkopen’ heeft een vlucht genomen, merkt het tweetal. Van alles en nog wat is tegenwoordig op de hoek van de straat te verkrijgen. En met steeds meer randzaken wordt rekening gehouden: ze kwamen zelfs een plek tegen met een terras-aanhuis en een bijbehorend speeltuintje voor de kinderen. De ouderwetse kraam lijkt daardoor onder te sneeuwen. ,,Maar die is er zeker nog”, vertelt Dekker. ,,Het beeld van honing die je koopt terwijl je op de achtergrond de bijen ziet vliegen, bestaat ook nog steeds. In welke vorm dan ook, we besteden graag aan alles net zoveel aandacht. Het ligt uiteindelijk op dezelfde lijn: duurzaamheid vergroten. En we willen daarvoor een zo compleet mogelijk beeld geven van het aanbod.” Maar zitten die kraamhouders daar wel allemaal op te wachten, zo veel drukte op het erf? En is het voor de kopers niet juist de charme om een rondje te fietsen en te kijken wat je tegenkomt? Dekker en Moes snappen waar die vragen vandaan komen. Van oudsher is het immers een wereldje dat bewust een beetje onder de radar blijft. Maar zeker nu duurzaamheid steeds belangrijker wordt, komen er meer en meer kraampjes bij en lijkt de vraag ook steeds groter te worden. ,,We hebben onszelf een moeilijke opgave gegeven”, erkent Dekker, ,,maar dat is ook de uitdaging.”